Je wordt direct het beeld ingetrokken door de daklijst bovenin. Maar ook omdat de lijnen van het gebouw én het blokje beton rechtsonder je oog naar het midden van de foto leiden – het verdwijnpunt, ver in zee. Het doet een beetje denken aan een foto van Robert Adams.
Daarnaast zie je in de foto meerdere horizontale lijnen, resulterend in een evenwichtig beeld. De onderkant van de witte bakstenen muur lijnt precies uit met de bovenkant van het betonnen blok rechts. Ook dat draagt bij aan het gevoel van een ‘kloppende’ foto – het kijkt lekker.
Personages op een foto
Tot zover de vorm. Die kijkt prettig. Maar wat vertelt de foto? We zien twee personen. De ene zit met de rug naar ons toe, het kan een man of vrouw zijn. De persoon lijkt niet te kijken naar de staande vrouw. Zij kijkt licht gebogen naar beneden, onduidelijk waar naar. Denkt ze na? Wat is haar verhouding tot de zittende persoon? De foto straalt een ongemakkelijke eenzaamheid uit, versterkt door de zee, het miezerige weer maar ook die zittende persoon. Twee keer alleen in een schijnbaar vrije omgeving. Maar wel door glas afgebakend.
In Humlebaek (Denemarken) vind je Louisiana, een museum voor Moderne Kunst, gelegen aan de waterkant. Ik maakte daar deze foto, één uit een hele serie foto’s – allemaal met een verschillend kader en verschillende mensen die zich in het gebouw bevonden. Maar alleen deze foto klopte. En dan wordt ook ineens duidelijk wat de personen op de foto doen… De zittende persoon rust waarschijnlijk uit. En de staande vrouw kijkt naar een kleinood in de glazen vitrine – haar jas in haar armen.
Robert Adams
De Amerikaanse fotograaf Robert Adams heeft een vergelijkbaar tafereel vastgelegd in de foto die hieronder is afgebeeld. Ook hij gebruikt de bestaande omlijsting van een gebouw: de ramen en de lucht tekenen het profiel van de vrouw scherp af. Ze is onderdeel van de Amerikaanse suburbia; de oneindige straten met dezelfde huisjes, betegeling, hekjes. Alleen het huisnummer lijkt hier uniek.
In beide foto’s zijn de vrouwen opgesloten in de compositie. Maar in de foto van Adams gaat er een bijna verstikkende werking van uit – er is te weinig ruimte in de foto. We moeten het doen met dat kleine blokje wit waarin die vrouw gevangen zit. Verder zien we bakstenen, gordijnen, een kleine woonkamer. Terwijl in de kleurenfoto de ruimte in overvloed is, we kijken dwars door het gebouw heen, naar de zee en verder. Maar de vrouw wordt daarvan gescheiden door het glas. Wat is erger: kunnen zien wat zich buiten jouw bereik afspeelt maar er niet aan kunnen deelnemen, of slechts een zeer beperkt zicht hebben op hetgeen waar jij geen onderdeel van uitmaakt?