Eerst maar eens de grove contouren schetsen: Henri Cartier-Bresson maakte deze foto in Valencia, Spanje in 1933. Een man kijkt door een opening in de schuifdeuren naar een stierengevecht. De zon weerspiegelt in één van zijn ronde brilleglazen. Achter hem zien we een man omkijken, naar ons.
Henri Cartier-Bresson: overal cirkels en rechthoeken
De man rechts is een typisch karakter. Een officieel ogende pet, een flinke snor en dan die sterke reflectie in zijn brilleglas. De vorm daarvan herhaalt zichzelf in de halve cirkel naast hem. Maar het blijft niet bij die cirkels, hetzelfde geldt voor rechthoeken. De besnorde man wordt netjes gekaderd door een rechthoek, waarvan de exacte vorm links in de foto tweemaal terugkomt. En met een beetje goede wil zie je de vorm van de 7 terugkomen in de man die achterom kijkt.
De priemende blik van dat ene oog is gericht op de man die zich tussen een deur lijkt te persen. Al kan die blik helemaal niet zo lopen natuurlijk, maar in de tweedimensionale wereld van de foto wel. Dat oog doet denken aan het alziend oog, big brother. Die man kan niet ongezien ertussen uit piepen. Associaties met Stalin doemen op – versterkt door die snor en de pet, een totalitair gevoel.
Het beslissende moment afwachten
Foto’s lijken vaak zo vanzelfsprekend, zo logisch. Vooral als ze goed zijn. En dan maakt de toeschouwer zichzelf gemakshalve wijs dat hij dit ook best had gekund, als hij daar maar was geweest, met precies die camera. Nee. HCB maakten tientallen foto’s van dit tafereel. Na afloop bekeek hij dan zijn contactvellen en omcirkelde hij de foto’s die moesten worden afgedrukt. De foto links maakte hij ook, en díe eindigde in zijn fotoboek The Decisive Moment. Onterecht naar mijn idee, want de foto bevat minder spanning; de man met de pet kijk de andere kant op, evenals de man op de achtergrond. HCB nam meestal meerdere foto’s van een situatie. Omdat in een paar seconden alles anders – beter – kan zijn. He was working the scene, een onvertaalbare activiteit waarin je een situatie op steeds net iets andere wijze vastlegt, wachtend op het beslissende moment waarin alles samenvalt.
“Sharpness is a bourgeois concept” ~ Cartier-Bresson
Veel van HCB’s zijn niet volledig scherp. En soms zelfs is zijn hoofdonderwerp volledig onscherp zoals in bovenstaande foto. Een foutje waarschijnlijk, want de andere foto van de man is wel scherp. Internetfora lopen over van getuigenissen over hoe scherp de hedendaagse objectieven kunnen zijn. En hoe je dat bereikt. Je zou bijna denken dat je er wel bent, met een scherpe foto. Maar nee. Een korrelige, out-of-focus foto werkt in sommige gevallen juist beter. Want zo’n foto geeft een sterker sfeerbeeld, roept emotie op en lijkt een ziel te hebben. Zoals bovenstaande foto uit 1933, nét niet helemaal scherp, Maar dat stoort geenszins.
Credits voor de foto’s met begeleidende lijnen: Eric Kim