Een groep New Yorkers kletst op de kade van de Hudson. Ze kijken naar elkaar, en niet naar de groeiende rookwolk van puin en vuur en stof achter hen aan de overkant, waar mensen op dat moment van het WTC springen. Het contrast met de schijnbaar onverschillige mensen die we wél zien is groot.
Op 11 september 2001 maakt de in New York wonende Duitse fotograaf Thomas Hoepker deze foto. Kort daarvoor werd hij thuis gebeld door een fotoredacteur van Magnum, het eerste vliegtuig is dan net in één van de torens gevlogen. Hoepker haast zich met zijn camera naar Manhattan. Onderweg komt hij dit tafereel tegen en maakt een foto.
De foto past niet in ons wereldbeeld, dus weg ermee
Die foto is bijzonder door het momentum. Zou de apocalyptische wolk achter hen niet zichtbaar geweest zijn, dan zagen we mensen die een ontspannen praatje met elkaar maakten over pietluttigheden. Maar er wordt geschiedenis geschreven achter hen. Daarbij hoort afgrijzen, shock en consternatie, bij iedereen. Hoepker besluit daarom de foto niet te publiceren in het fotoboek van Magnum over 9/11:
“The picture, I felt, was ambiguous and confusing: Publishing it might distort the reality as we had felt it on that historic day. I had seen and read about the outpouring of compassion of New Yorkers toward the stricken families, the acts of heroism by firefighters, police, and anonymous helpers. This shot didn’t “feel right” at this moment and I put it in the “B” box of rejected images.”
Hoepker meldt vervolgens ook dat een soortgelijke foto wél is geplaatst in het Magnumboek. Alex Webb maakte een foto van een moeder met baby, met op de achtergrond weer die onheilswolk:
Waarom deze foto wel? Volgens Hoepker bevatten beide foto’s de “life goes on” boodschap. Maar de zachtheid, de hoopvolle toekomst ontbreekt in zijn eigen foto. Impliciet zegt hij hiermee dat het dagelijkse leven best door mag gaan in tijden van rampspoed, maar dan wel alleen voor het hoogst noodzakelijke. Een baby verzorgen mág, want babies zijn de toekomst van het land. Doch geen gezelligheid aan de kade van de Hudson graag. Opdat niemand lachen zal, voorlopig.
Tóch publicatie van de foto
Ruim 4 jaar later struint Hoepker door zijn archieven voor de samenstelling van een overzichtswerk. En nu besluit hij wel de foto te gebruiken voor publicatie in een boek, en dit blijft niet zonder gevolgen. Hoepker heeft destijds geen toestemming aan de mensen gevraagd om hen te fotograferen. De foto heeft bovendien geen begeleidend citaat, die een nuance zou kunnen aanbrengen. Hoepker gebruikt deze leemte voor een eigen interpretatie die wordt opgetekend in de New York Times. De verleiding bleek te groot voor Hoepker om in een chocoladeletter-Telegraafstijl erop los te fantaseren:
“They were totally relaxed like any normal afternoon, it’s possible they lost people and cared, but they were not stirred by it.”
De motivatie voor de foto
Dat is een nogal boude uitspraak; op basis van een een fractie van een seconde meent hij te kunnen bepalen dat deze mensen ‘not stirred’ zijn. Er ontstaat rumoer, vooral bij het online magazine Slate. Hoepker voelt zich door de ontstane discussie genoodzaakt om een wat meer genuanceerde motivatie te geven:
“Now, distanced from the actual event, the picture seemed strange and surreal. It asked questions but provided no answers. How could disaster descend on such a beautiful day? How could this group of cool-looking young people sit there so relaxed and seemingly untouched by the mother of all catastrophes which unfolded in the background? Was this the callousness of a generation, which had seen too much CNN and too many horror movies? Or was it just the devious lie of a snapshot, which ignored the seconds before and after I had clicked the shutter?
Was everyone supposed to run around with a worried look on that day or the weeks after 9/11? How would I have looked on that day to a distanced observer? Probably like a coldhearted reporter, geared to shoot the pictures of his life.”
Dát zijn de vragen die moeten worden gesteld bij deze foto. De fotograaf mag niet in de valkuil van antwoorden trappen. Hij heeft de waarheid niet in pacht. Op z’n hoogst de context. Maar aangezien Hoepker niet met de mensen op de foto heeft gesproken, weet hij net zo weinig van hen als de kijker in de galerie.
Wat de mensen uit de foto ervan vinden
De hele discussie frustreert één van de geportretteerden. Walter Sipser, geheel rechts op de foto, besluit zich in de discussie te mengen, en de foto nu eindelijk van de zo gewenste context te voorzien. Dan blijkt inderdaad dat deze groep niet aan het uitrusten was van een fietstocht. Nee, de mensen raakten toevallig met elkaar in gesprek, over wat zich achter hen afspeelde. Walter weet met een onderkoeld gevoel voor humor de vinger op de zere plek te leggen:
“A snapshot can make mourners attending a funeral look like they’re having a party.
Thomas Hoepker took a photograph of my girlfriend and me sitting and talking with strangers against the backdrop of the smoking ruin of the World Trade Center on September 11th. Earlier, she and I had watched the buildings collapse from my rooftop in Brooklyn and had made our way down to the waterfront. (…) It was clear that people who ordinarily would not have spoken two words to each other were suddenly bound together, which I suppose must be a fairly common occurrence in the aftermath of a catastrophe.
We were in a profound state of shock and disbelief, like everyone else we encountered that day. Thomas Hoepker did not ask permission to photograph us nor did he make any attempt to ascertain our state of mind before concluding five years later that, “It’s possible they lost people and cared, but they were not stirred by it.”
Had Hoepker walked fifty feet over to introduce himself he would have discovered a bunch of New Yorkers in the middle of an animated discussion about what had just happened. He instead chose to publish the photograph that allowed him to draw the conclusions he wished to draw. A more honest conclusion might start by acknowledging just how easily a photograph can be manipulated, especially in the advancement of one’s own biases or in the service of one’s own career.
Still, it was nice being described as a young person. I was forty at the time the photograph was taken.”
Een foto liegt de waarheid
Goede fotografie doet je realiseren dat je niet slechts ‘gewoon kunt kijken’, en doen alsof betekenis iets is wat je aantreft als je maar goed genoeg kijkt. Integendeel: fotografie is een venster waardoor je naar jezelf kijkt. Jouw interpretatie van open foto’s zegt wat over jouw vooroordelen, meningen, je afkeer en je wensen. Oftewel, een foto liegt de waarheid, namelijk jóuw waarheid.