Van de 45.000 kleurendia’s van Nederlands beroemdste fotograaf Ed van der Elsken is zo’n 70% aangetast door schimmel. Langzaamaan vervagen de kleuren totdat er uiteindelijk niks meer rest. Gelukkig doet het Nederlands Fotomuseum daar nu wat aan.
Megalomaan restauratieproject
De schatbewaarder van Van der Elsken, het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, heeft een methode ontwikkeld om bij grote aantallen tegelijk de schimmel te verwijderen. Inmiddels hebben zij duizenden dia’s schoongemaakt, van de in totaal zo’n 45.000.
De aantasting van de dia’s worden momenteel zoveel mogelijk vertraagd doordat het museum de dia’s en negatieven bewaart in optimale klimatologische omstandigheden (3 graden Celsius, 33% relatieve luchtvochtigheid). Maar om het werk te kunnen tonen en ze voor de toekomst veilig te stellen, is de grootscheepse restauratie noodzakelijk.
Van der Elsken: Enfant terrible
Hoewel Ed van der Elsken wereldwijd bekend staat om zijn zwart-wit fotografie, werkte hij de laatste dertig jaar van zijn leven voornamelijk in kleur. Maar juist dát werk is al jaren ernstig beschimmeld.
Ed van der Elsken gold als de enfant terrible van de Nederlandse fotografie. Ruim 40 jaar fotografeerde én filmde hij de mens op straat. Als een antropoloog observeerde en registreerde hij het straatleven, altijd zoekend naar mensen die aan het rafelrandje van de maatschappij hangen. Slenterend door wereldsteden als Parijs, Tokyo, Hong Kong en Amsterdam richtte hij zijn camera op alles en iedereen, vaak gepaard gaande van zijn plat Amsterdamse mening over hetgeen hij zag:
Waar komt die schimmel vandaan?
Na zijn dood in 1990 werd het archief van Van der Elsken overgedragen aan een van de voorlopers van het Fotomuseum. Toen al was op sommige kleurendia’s craquelé zichtbaar die de aanwezigheid van schimmels verraadt. “Van der Elsken vond het effect wel charmant, het deed hem denken aan oude schilderijen. Maar intussen is wel duidelijk dat de schade aan de dia’s zonder behandeling desastreus is”, zegt hoofd collecties Martijn van den Broek van het museum. Door vochtige omstandigheden in zijn woonhuis in Edam, werden circa 45.000 kleurenbeelden aangetast door schimmel.
“Sommige van mijn negatieven zijn een beetje vergaan in de loop der jaren. Want ik woonde altijd wel pittoresk, maar niet altijd even droog en schimmelvrij” ~ Ed van der Elsken
Als schimmel de kans krijgt om te groeien, dan tast het langzaam de foto aan en verdwijnt het beeld. Alleen door de beelden per stuk te reinigen, verdwijnt de schimmel. Maar dat is een helse klus met 45.000 dia’s… Het restauratieatelier van het Nederlands Fotomuseum heeft daarom een speciale methode ontwikkeld waarbij er 20 dia’s tegelijk kunnen worden behandeld.
Gewone dia’s als proefdieren…
Restaurator Katrin Pietsch heeft acht jaar gewerkt aan de methode om de schimmels op de dia’s aan te pakken.
“De schimmel geeft zure stofjes af die de emulsie, met als hoofdcomponent gelatine, van de dia’s aantasten. Ze zijn ingeraamd en opgeborgen in plastic mapjes. Die raampjes vormen eigenlijk minuscule kamertjes waarin condens kan ontstaan, samen met de gelatine de perfecte voedingsbodem voor schimmel.”
Er zijn ‘proefdieren’ nodig voor het experimenteren met diverse methoden om de schimmel te verwijderen zonder de dia’s zelf te beschadigen. Daarvoor werden zogenaamde repro-dia’s zonder artistieke waarde gebruikt, niet van Van der Elsken zelf maar wel uit dezelfde periodes waarin hij zijn opnamen maakte (1950 – 1990).
Over hoe je een dia restaureert
De dia’s worden verwijderd uit hun raampje, bevestigd aan een flinterdun raamwerk, gewassen in verschillende baden met chemicaliën, gedroogd, per stuk gedigitaliseerd en museaal verpakt. Hieronder zie je links een foto van Fidel Castro vóór de restauratie, en rechts ná de restauratie. Er is weer kleur en leven in gebracht.
Een klein deel van zijn dia’s, ongeveer 1%, is zodanig aangetast dat restauratie niet meer mogelijk is. Die worden gescand en zullen dan langzaam vervagen in een gekoelde kluis…
Op zoek naar financiers
Hoewel het museum al is begonnen met een pilot voor wat het de grootste fotorestauratie uit de Nederlandse geschiedenis noemt, zoekt het nog naar financiers voor het project, zowel in het bedrijfsleven als via crowdfunding. ‘Van de zeker twee ton die we hiervoor nodig hebben, is al een kwart binnen’, zegt Van den Broek. Hij verwacht dat fotomusea wereldwijd belangstelling hebben voor de methode, die nergens anders wordt beproefd. Ook zij hebben zeker te kampen met door schimmel aangetaste dia-archieven.
In onderstaand filmpje kun je het restauratieproces in werking zien:
Gerestaureerd? Dan de wereld in!
Zodra de dia’s weer toonbaar zijn, wil het Fotomuseum ze met iedereen delen. In het voorjaar van 2016 wordt het boek Eye love You opnieuw uitgeven. Daarna, als alle dia’s hopelijk gerestaureerd zijn, volgt een grote tentoonstelling.
UPDATE: Die tentoonstelling komt er nu écht bijna aan: van 24 mei t/m 6 oktober 2019 te zien in Nederlands Fotomuseum.