1. Ga heen en… teken!
2. Ga heen en… schrijf!
Zelf heb ik weinig op met tekenen, ik schrijf liever. Ook dat medium kun je perfect gebruiken om je bewust te worden van je omgeving. Ga zitten op de locatie waar je wilt gaan fotograferen. Geef vervolgens zo nauwkeurig mogelijk antwoord op onderstaande vragen, als ware je een antropoloog:
- Waar zit je (waar, wanneer, waarom)
- Wat is het weer? (inclusief een goede beschrijving van het heersende wolktype)
- Algemeen: wat zie je?
- Welk straatmeubilair is aanwezig? Benoem alles!
- Wat voor mensen zie je? Hoe zijn ze gekleed?
- Wat voor dieren zie je?
- Welke geluiden hoor je?
- Zijn er ritmes te vinden in wat je ziet?
- Hoe verhouden de kleuren zich tot elkaar?
Ik deed deze exercitie onlangs en het schudde mijn zintuigen wakker. Het resultaat was dat ik in de uren daarna veel meer blééf zien. Het stoflaagje van mijn blik was verwijderd, zo leek het. Dit ga ik vaker doen!
Ga heen en … fotografeer!
Maar wat nu als je tekenen en schrijven beiden stom vindt, en je juist daarom fotografeert? Geen man over boord, je kunt óók leren kijken met je camera. Maar je moet er dan wel anders mee omgaan. Een recept:
- Ga naar buiten en maak een wandeling door je buurt. Laat je horloge en telefoon thuis.
- Maak tenminste 30 foto’s van één locatie. Niet in de burst modus, maar 30 bewuste foto’s, waarbij je speelt met je standpunt. De verschillen kunnen minimaal zijn, zo lang je maar bewust foto’s blijft maken en de verschillen opmerkt.
- Ga naar huis en kijk naar de resultaten. Zoek uit welke foto het beste werkt. Merk op wat er allemaal op staat, en wat juist niet.
Zo’n wandeling maak ik wekelijks op het Noordereiland. Tijdens zo’n ommetje viel deze steiger in de Maas mij op dankzij een mooie belichting van de zon. Er bleken 2 duiven op te staan, wat een grafisch genot was om te zien. Ik maakte er 48 foto’s van.