Otto Snoek kijkt de Rotterdammer recht in de ogen en flitst hem nietsontziend in het gelaat. Het straatbeeld is bij hem een rare soep van mensen, dingen en emoties die allemaal geen donder met elkaar te maken hebben.
Otto Snoek werkt op straat, in het hart van Rotterdam. Geen rustige straten, nee, er moet léven zijn, zoals in:
de koopgoot
de hoogstraat
de nieuwe binneweg
Daar wordt gewinkeld, gefeest, gevierd, gedanst, geleefd. En dat fotografeert Snoek graag, op geheel eigen wijze. Hij staat doorgaans met zijn rug tegen de looprichting in, zijn camera (mét flitser) in de aanslag Op zoek naar rare overlappingen en flarden van verhalen. Want meer dan flarden heeft hij niet nodig.
Fotograaf van flarden
Snoek noemt zichzelf documentaire fotograaf. Maar hij houdt het doorgaans bij de eerste scène, de eerste indruk. Een heel verhaal, dat verzint de kijker zelf maar. Hij werpt een sterke suggestie op, de rest is aan jou.
Tijdsbeeld
Met zijn confronterende kleurenfoto’s legt Snoek de grootstedelijke massacultuur vast. Het tijdsbeeld druipt er vanaf; dankzij de gedragen kleding kunnen we de foto aardig dateren. Zo ‘voelt’ bovenstaande foto een beetje 2000.
Verfrissend trouwens om eens geen telefoons in al die handen te zien.
Tot de randen toe gevuld beeld
We zien hierboven een scala aan fragmenten. Een man die zichzelf net heeft verwend met Mediamarktparafernalia. Een gedesillusioneerde supporter. Winkelend prubliek met een ijsje. En ga zo maar door. De foto is tot de randen toe gevuld met informatie. Je oog dwaalt eindeloos heen en weer. Flarden van levens, toevallig samengeklonterd tot één beeld.
Dicht op het onderwerp
Vrijwel al zijn foto’s maakt hij op anderhalf tot drie meter afstand van zijn eerste onderwerp. Als je dan in een drukke omgeving staat, stroomt je beeld vanzelf vol, of zelf over.
Hoe bepaalt Snoek of een foto goed is?
“Die keuze maak ik nooit op de dag zelf. Ik hanteer een lange rijpingsperiode. Vaak breng ik pas na een maand de filmpjes weg. Ik bekijk vervolgens de negatieven en scan een selectie waar ik dan uit kies. Ik heb direct na het fotograferen wel vaak al een ‘nabeeld’ in mijn hoofd, hoe ik dat dan noem – een shot waarvan ik direct erna al denk: ja, dat wordt een mooi plaatje.” (quote uit een interview met Snoek)
Lang kijken
Snoek werkt sterk fragmentarisch: hij neemt niet het feest zelf als onderwerp, maar het gedrag van mensen daarop. En dan bij voorkeur mensen die niks met elkaar van doen hebben. Snoeks beelden zijn daardoor stuk voor stuk visuele spektakels, waar je lang naar kan blijven kijken.
“Ik ben op zoek naar wrijvingen, verklevingen in het beeld. “
~ Otto Snoek (quote uit de video onderaan dit artikel)
Hard flitslicht
Het Rotterdams café in de foto hierboven was eigenlijk een donker hol, zoals zovele stamkroegen zijn. Een veilige thuishaven; het zicht is slecht en vergevingsgezind. Tot Snoek de boel rauw verlicht met zijn flitser. Ineens zien we alles: de witte BH onder een zwart truitje. Slecht zittende kleding. Een hand op een buik, een ingevallen gezicht.
Een foto ontleed
Bovenstaande foto is ruwweg op te delen in 3 fragmenten. Linksonder rijdt de rode auto uit beeld. De bestuurder zien we enkel en profil, de hond kijkt ons recht in het gezicht. Zijn ogen zijn felrood door de flitser. Zijn kop glimt. Dan zien we daarboven het bord van de Mediamarkt. Netjes visueel gescheiden van de auto dankzij de dakdrager en de recclame van KFC. Rechts zien we dan twee mannen die een visuele oase over het zebrapad heentillen. Een plek die zó weinig van doen heeft met wat er verder in dit beeld is te zien, dat het er bespottelijk uitziet. De grauwe hoekige stad eromheen versterken dat contrast.
Otto Snoek zelf aan het woord
In het (ietwat gedateerde) filmpje hieronder licht Otto Snoek zelf enkele van de getoonde foto’s toe: