Henry Wessel, ik kende hem niet. Per toeval stuitte ik op een foto die hij had gemaakt, en dat smaakte naar meer. De beelden die hij maakt zijn als visuele haiku’s: kleine gedichtjes – mooi vormgegeven én met een knipoog. Hij zegt alleen goede foto’s te kunnen maken vlak vóór het moment dat hij herkent wát hij fotografeert. Hij leidt zijn hersens dus om de tuin.
Na die ene goede foto ging ik op google-zoektocht. En wat blijkt, Wessel is een aimabele man met een duidelijk boodschap: fotografie vindt hij een puur intuïtieve bezigheid. Je geest zit daarbij in de weg, die moet je weten uit te schakelen. Pas dán kun je echt kijken. Ha, dat klinkt als een gelijkgestemde.
The process of photographing is a pleasure: eyes open, receptive, sensing, and at some point, connecting. It’s thrilling to be outside your mind, your eyes far ahead of your thoughts.
~ Henry Wessel
Een foto waarin alles klopt
Wessel kan het mooi verwoorden, dat moment waarin je ziet dat alles in je foto klopt:
You’re suddenly seeing the coherence and the interconnectedness of everything, left to right, bottom to top, front to back. It’s all connected, and somehow, it’s all in balance. And that’s, of course, when you go ‘Yes!’
Een treffend voorbeeld daarvan vind ik onderstaande foto. Bekijk hem eerst goed en probeer te duiden wat deze foto ‘kloppend’ maakt (mits je dat uberhaupt vindt natuurlijk). Lees dan pas verder.
Vormenfeest
Werkelijk alle vormen hebben hun eigen plek en overlappen nergens op storende wijze.
Het groepje van 4 mensen bij de bushalte vormt met hun hoofden een perfecte compositie. Het felle zonlicht van links zorgt ervoor dat de zwarte sponningen in het busraam extra worden benadrukt: ze worden omlijst door fel wit licht. Precies daardoor lopen er geen vormen in elkaar over. En dat we het voorhoofd van de buschauffeur zien in de achteruitkijkspiegel is natuurlijk een cadeautje.
Voor het eerst het gewone fotograferen
De Amerikaanse fotograaf Henry Wessel werd ooit bekend met zijn werk binnen de stroming New Topographics: deze groep fotografen gingen destijds dwars tegen de bestaande fotografie-conventies in. Zij vonden dat fotografie niet alleen bestond uit het fotograferen van weelderige landschappen of het aan de kaak stellen van sociale ongelijkheid. Fotografie was óók gewoon het fotograferen van het dagelijks leven. Lantaarnpalen, advertenties, mensen in auto’s. Nu doen we bijna niet anders (Instagram loopt ervan over), maar tóen was dat baanbrekend.
Toelichting van Wessel bij onderstaande foto
In de foto hieronder zien we een man op een grasveld naar een groep wegvliegende duiven staren. Visueel gezien vormen de duiven eenzelfde patroon als de bladeren aan de boom links. Wessel stond op dat moment bij de bushalte. Zijn blik werd naar deze scène getrokken door de laagstaande zon en de lange schaduwen. Op dat moment zaten de vogels nog op het gras.
Maar door Wessel vlogen ze op:
As I approached this scene, the birds were feeding in the grass. Startled for some reason, they took flight. I instinctually shot, exposing three frames before they were gone. When I look at it now, I marvel at how much of the world is hidden in the flux of time.
Contactvellen opbergen
Wessel heeft geduld. Hij is geen fotograaf die fotografeert, ontwikkelt en afdrukt. Nee, zijn contactvellen bergt hij op. Pas een jaar later haalt hij ze weer tevoorschijn en bepaalt welke foto’s het afdrukken waard zijn.
If you let some time go by before considering work that you have done, you move toward a more objective position in judging it. The pleasure of the subjective, physical experience in the world is a more distant memory and less influential.
Zorg dat je niks herkent
In onderstaand kort filmpje licht Henry heel duidelijk toe dat fotograferen een intuïtieve bezigheid is. Je moet je geest verslaan, voorblijven. Want, zo zegt hij:
Once you recognize something, you are actually less aware
Immers, als jij een lantaarnpaal ziet en herkent, valt deze in jouw hokje ‘lantaarnpaal’. Je doet niet langer je best om bijzonderheden te zien. Oneffenheden in de structuur, een sticker die op de paal is geplakt. Of hoe het licht op de paal valt, welke schaduw hij maakt op de straat.
De kunst is om het herkennen voor te blijven. Om – als ware je een buitenaards wezen – alles voor het eerst te zien. En die onbevangen blik zie je terug in het werk van Wessel.
Overigens schreef ik kortgeleden over hoe Christoph Niemann precies hetzelfde probeert te doen; te leren ont-kijken. Je kunt met zijn foto’s zélf oefenen in het niet herkennen van dingen.
Verder lezen
Meer lezen over Henry Wessel? De New York Times en blog An Other schreven mooie artikelen over hem.