Mijn derde serie Noordereiland door de ogen van… is klaar! Ik kijk door de ogen van Hans Aarsman, voormalig meester van het Hollandse landschap. Met daarin altijd een vreemde kwinkslag. Zoiets waardoor je meteen denkt ‘oja, Nederland – kan niet anders’. Datzelfde effect zocht ik op in de paar schamele groenstroken die het Noordeiland rijk is.
Geen idee wie Hans Aarsman is? In het kort: ooit begon hij als fotojournalist. Wat later publiceerde hij het boek Hollandse Taferelen (daar schreef ik hier eerder over). Inmiddels schrijft en praat hij vooral veel over foto’s, en wat er allemaal op te zien valt. Aanvankelijk deed hij dat in vele columns, die later werden gebundeld in onder andere De Fotodetective. Nu doet hij dat in De Wereld Draait Door en zo’n beetje op ieder fotofestival of event. Eigenlijk is hij de grootmeester van het leren kijken. Maar mij gaat het nu even om zijn vroegere fotowerk.
Een voorbeeld daarvan:
Gratis foto’s van Hans Aarsman
Leuk weetje: Hans Aarsman houdt ervan om de fotowereld een beetje op te schudden. Het Nederlands Fotomuseum wilde graag zijn werk in de collectie opnemen. Maar daar ging hij alleen mee akkoord als een groot deel daarvan gratis zou worden aangeboden op de website. In hoge resolutie. En dus vind je hier 99 foto’s, zo te downloaden. Wel zelf even printen en een lijstje kopen.
Mijn vertaling naar een Noordereilandserie
Helemaal letterlijk wilde ik Hans Aarsman niet kopiëren. Kán ik hem niet kopiëren. Er is immers niet zoveel landschap op het volgebouwde Noordereiland (3.600 bewoners op 67 hectare). Het zijn vooral huizen. Én een Hollands groen rechthoekje – dwars over het eiland getrokken. Bedacht door een ijverige ambtenaar die nog wat groen moest kleuren. Ik wilde de Hollandse recreatie op dat eiland – mijn eiland – verbeelden. Op dat beetje groen. Maar dan op z’n Aarsmans.
Hollands geneuzel dus, maar dan in de stad. Dezelfde ‘niet te dichtbij’ benadering, en ieder beeld onmiskenbaar Nederland. Dát was mijn doel.
En dit het resultaat.
Het is lente. De bomen zijn nog kaal, maar dat geeft niet. Bij de eerste zonnestralen van het jaar gaan we direct horizontaal. Desnoods op de stoep. Met een waterflesje als kussen. Zon! Liggen!
Een vrouw in haar thuisoutfit. Een hondje aan de lijn. En een onnavolgbaar vreemd kunstwerk (standbeeld?) dat nogal terloops op die plek staat te staan.
Kinderen op straat. Altijd eentje de durfal, de rest die toekijkt. Daar worden de rollen al bepaald – of gepakt.
Je vraagt je af of deze mensen niet andersom hadden moeten zitten op dat iele stoeltje. Dat zou – denk ik – iets comfortabeler zijn. Maar een man bij een vrouw op schoot, dat hoort natuurlijk niet.
Honden en hun uitlaters. Alle vier de wezens kijken een andere kant op. Mooi trouwens, als je het als hond zó ver hebt geschopt dat je niet eens meer hoeft te lopen. Gewoon in de kinderwagen een beetje voor je uitkijken. Of op de arm van je baasje. Wie laat wie hier nu eigenlijk uit.
Wachten op wat komen gaat, daar uit die glijbaan. De frustratie van een foto ten voeten uit: wat of wie kwam er uit de glijbaan roetsjen ná het nemen van de foto?
De serie sluit af waar het mee begon: de kade, de zon. Maar ditmaal een zittend meisje dat een beetje voor zich uit lummelt met haar telefoon. De bomen zijn inmiddels groen. Het is zomer.
Simultaan werken aan series
Begin dit jaar besloot ik iedere 2 maanden een serie “Noordereiland door de ogen van…” te publiceren. Maar dat werkt niet. Want series vergen tijd, zo leerde ik. En wat bleek: het is een stuk handiger als ik aan meerdere series tegelijk werk. Niet meer dan twee, want dan verlies ik weer focus. Maar twee mogelijke onderwerpen geeft ruimte in mijn wekelijkse rondje. Lukt het ene niet, dan misschien het andere wel. Even probeerde ik drie projecten naast elkaar te doen, maar dat werd een rommeltje. Te weinig focus.
Enfin, tip van de dag: kijk zelf waar jouw kantelpunt ligt. En ga de deur uit, want daar begint het mee (tenzij je natuurlijk je eigen familieleven fotografeert).