De valkuil van fotografie is dat je er zo mee bezig kunt zijn. Letterlijk, bedoel ik. Je zou bijna vergeten dat het een middel is, een middel om je verhaal te vertellen. Maar de meesten komen nooit zo ver, en dat is zonde. Daarom hieronder een handleiding in 4 stappen.
Onlangs las ik het boek On being a Photographer en het is zó goed dat ik heb besloten om de lessen eruit te vertalen en te delen op Kronkeling. Het boek is een gesprek tussen twee bevriende Magnumfotografen, David Hurn en Bill Jay. Een goed boek verwoordt je gedachtes nog vóórdat je deze zelf had. En dat deed dit boek. Eén grote a-ha Erlebnis. Daarom hieronder een eerste residu uit dat boek.
1. Gebruik fotografie als een middel, niet als doel
Het is een fout die veel wordt gemaakt: om fotograaf te worden, richt je je op fotograferen. Je koopt de laatste / beste / duurste / meest populaire objectieven, je leest “7 tips om…” artikelen en denkt bij een foto met flink wat bokeh (achtergrondonscherpte) dat deze aardig is gelukt. Die groep mensen is voornamelijk geïnteresseerd in het fotograferen zelf.
Op zich niks mis mee natuurlijk – mits je daar blij van wordt. Maar bij sommigen blijft er toch iets knagen. Hun werk blijft een samenraapsel van losse beelden zonder rode raad en dat frustreert.
Hoe vind je een rode draad? Daarvoor moet je beginnen bij jezelf.
The photographer is merely a subject selector. A photographers’ first decision is what to photograph.
~ Via On being a Photographer
1. Koop een notitieboekje (en schrijf erin)
De eerste – en meest belangrijke – keuze die een fotograaf maakt, is wat hij gaat fotograferen. Dat kun je aan het toeval overlaten, of je gaat er serieus mee aan de slag. Dat betekent dat je moet doorgronden wat jíj wil vertellen. Stap één is daarom om alles op te schrijven wat je interesseert. Alles ja. Films, gedichten, flarden van conversaties die blijven hangen, herinneringen, de smaak van een buitengwoon ijsje dat je at. Of een lijstje met dagelijkse ergenissen. Als het maar zaken zijn die jou bezig houden.
2. Ga selecteren
Een boekje vol met losse flarden maakt je nog geen verhalende fotograaf. Wel helpt het je om een rode draad te vinden in wat je interesseert. Met een beetje geluk ga je er thema’s in ontdekken, kun je dingen groeperen. Wat ook helpt is om een een ander ernaar te laten kijken en te vragen welke verbanden hij of zij ziet. Vervolgens maak je een lijstje met mogelijke onderwerpen / fotoprojecten. Bij ieder idee stel je jezelf de volgende 5 vragen:
- Is het onderwerp te visualiseren?
- Is het project praktisch uitvoerbaar?
- Weet ik voldoende van het onderwerp af? Zonee, hoe kan ik mijn kennis hierover verrijken?
- Is het project voldoende afgebakend?
- Indien je geen keuze kunt maken tussen projecten: welk publiek wil je hebben? Welk project sluit daar het beste op aan?
The destination of photography is to reveal what something or somebody looked like, under a particular set of conditions, at a partical moment in time, and to transmit the result to others.
~Bill Jay
3. Maak een plan
Het klinkt saai en niet zo creatief maar het helpt wel: een plan. Ga naar het gebied waar je wil fotograferen. Interview mensen. Lees boeken over het onderwerp, doe vooronderzoek. Maar bepaal vooraf hoe lang deze fase duurt. Want onderzoeken is veilig en leuk. Dus voor je het weet blijf je er jaren in hangen.
Dat plan hoef je overigens niet in beton te gieten. Grote kans dat je er uiteindelijk toch van afwijkt omdat je je aanvankelijke idee hebt aangepast. Maar dat geeft niet. Kaders helpen je vooral in het begin om te starten. Ben je eenmaal bezig dan wordt het vanzelf een verslaving (zoals bij mijn Noordereilandseries).
Enfin: blijf je wachten met je hengel tot dat de vis – c.q. dat wereldveranderende fotoproject – naar jóu toe komt, of ga je zelf actie ondernemen?