Hedendaagse trouwfoto’s bevatten een hoopvol sentiment over een toekomstig leven. Dat sentiment loopt na enige tijd uit de pas met de realiteit. In de 19e eeuw deden ze dat anders. Echtparen stonden er maar stijfjes bij, vol ingetogen somberheid over dat wat komen ging. Of nouja, dat is onze eigentijdse interpretatie.
Cabinet cards
Eind 19e eeuw was het een trend onder de well to do: je trouwde, liet een foto maken, en deelde de resulterende cabinet cards vervolgens met vrienden en familie. Een soort Instagram avant la lettre. Alleen spatte het enthousiasme er niet bepaald vanaf, op die trouwfoto’s:
Het is vermakelijk om te zien dat foto’s uit die tijd bijna allemaal eender zijn: Het bruidspaar staat dociel naast elkaar, als waren het twee vreemden. Op geen enkele foto kijken ze elkaar in de ogen. En wat ook opvalt: die eindeloos lege blik bij alle bruidsparen.
Lange sluitertijden
Meestal zit één van twee op een stoel, de ander leunt ergens tegenaan (en vreemd genoeg is dat zelden tegen de eigen partner). Dat gezit en geleun was noodzakelijk om tot een onbeweeglijk resultaat te komen. Want de sluitertijd kon zo oplopen naar 10 á 15 minuten. Niemand had dus zin om in eenal te exotische pose te gaan staan. En 10 minuten met een lach op je gezicht zitten, dat is natuurlijk ook geen doen. Daar krijg je maar kramp van in je kaken.
Trouwen omdat het handig was
Dat de bruidsparen als vreemden naast elkaar staan is eigenlijk helemaal niet zo gek. Want vaak wáren het ook vreemden van elkaar. Eind 19e eeuw trouwde je omdat het handig was – voor je eigen overleving als vrouw, of vanwege gewenste uitbreiding van het familiebezit (grond, geld, een bedrijf).
Laat de cabinet card terugkeren!
De traditie bestaat ruim twee eeuwen later nog steeds: als je gaat trouwen, huur je een trouwfotograaf en ga je poseren. Maar bruidsparen van deze tijd kijken elkaar aan, lachen en lijken zielsgelukkig. Want dát is nu de kern van een huwelijk – liefde. En een rotsvast geloof dat je voor altijd bij elkaar blijft én daar ook nog eens gelukkig mee bent.
Zo’n heel huwelijk uitzitten, dat is een hele opgave, weten we inmiddels. Eén op de drie gaat weer uit elkaar, en dat percentage groeit. Die opgave waar men voor staat, is lastig af te lezen van trouwfoto’s uit deze tijd. Gek eigenlijk. Daarom pleit ik voor de herinvoering van de cabinet cards mét bijbehorende sluitertijd. Het kan – vind ik – geen kwaad als ieder bruidspaar gezamenlijk 10 á 15 minuten recht in de camera moet kijken. Al die minuten in dezelfde pose, met een stalen gezicht. Het kan niet anders of je gaat toch even reflecteren op de grootsheid van de keuze die je zojuist hebt gemaakt. En dat mag je best terug te zien in de foto.
Mocht je in de buurt zijn: tot 9 september is er een tentoonstelling over deze oude vorm van bruidsfotografie in een galerie in New York.
Meer weten over hoe men vroeger poseerde – onder andere met behulp van nekklemmen? Ik schreef daar eerder al een artikel over: