Straatfotografie uit 1890 (toen het nog niet eens bestond)

Straatfotografie is momenteel idioot populair. Het is laagdrempelig (je hebt immers overal straat) en de camera is een voorwerp dat je gemakkelijk meeneemt. Vroeger was dat wel anders. Camera’s waren zwaar, en het ontwikkelen van een foto kostte veel tijd en geld. Daarom was er ook geen straatfotografie. Behalve deze beelden uit 1895.

Soms zijn mensen hun tijd vér vooruit. Dat was het geval voor Fredrik Størmer, een Noorse natuurkundige die zijn vrije tijd spendeerde aan fotografie. Dat deed hij omstreeks 1895. Je zou verwachten dat hij dan druk in de weer was met zware camera’s, platen en lange sluitertijden.

Niks van dat alles. Hij wandelde door de straten van Oslo met in zijn binnenzak een spioncamera, eentje die een foto kon maken door het knoopsgat van zijn jas.

Frederik en de spioncamera

“It was a round flat canister hidden under the vest with the lens sticking out through a buttonhole. Under my clothes I had a string down through a hole in my trouser pocket, and when I pulled the string the camera took a photo.”

~ Frederik Stormer in St. Hallvard Journal (1942)

© Fredrik Størmer

Groeten met de hoed

Je krijgt een – letterlijk – inkijkje in het leven op straat in die tijd. Iets wat uniek is, juist omdat deze vorm van fotografie nauwelijks werd bedreven. Voor foto’s moest lang worden geposeerd, je betaalde er bovendien veel geld voor. Foto’s waren nog geen massagoederen en dus ging je er spaarzaam mee om. Des te leuker is het om te zien dat men vroeger écht de hoed afnam voor een persoon die je gedag zei.

© Fredrik Størmer

Dat stiekeme fotograferen had nog een ander effect. Ik besefte het me pas nadat ik de foto’s al voor de 5e keer bekeek. Deze mensen láchen:

© Fredrik Størmer

Over lachen op een foto

En ja, dat lachen is een unicum. Foto’s uit 1895 laten altijd strenge blikken zien; de mond is een gespannen streep in een verder emotieloos gezicht. Zo werd je nu eenmaal gefotografeerd. Maar eigenlijk is het minstens zo bizar wat we nú doen: we lachen automatisch op iedere foto, terwijl er zelden iets te lachen valt.

Enfin, op deze straatfoto’s wordt er oprecht gelachen. Omdat de gefotografeerde persoon de fotograaf groet. De persoon is zich er niet van bewust dat hij óók wordt gefotografeerd. Dat maakt dat deze mensen uit 1895 heel wat natuurlijker op de foto staan dan wijzelf, met al die opgeleukte selfies.

© Fredrik Størmer

 

Eindeloos groeten

Stormer wachtte bewust met fotograferen tot het moment van groeten. Dan maakte hij 6 foto’s, ging naar huis om de plaat te verwisselen en keerde weer terug naar de straat om weer iemand te groeten. In totaal maakte hij zo’n 500 foto’s op deze manier.

Een tijdrovende bezigheid om iets vast te leggen dat toen niet zo bijzonder moet zijn geweest. Maar juist omdat níemand het vastlegde, is het nu wel bijzonder. Een kijkje in een vervlogen tijd, dankzij een spioncamera.