Als architectuurfotograaf leg je vast wat anderen hebben bedacht. En dat ging een beetje jeuken, bij Filip Dujardin. Dus bedacht hij zelf de bouwwerken die hij zou willen fotograferen. Onmogelijke forten, huizen en stellages waar geen mens in wil wonen, maar wel naar wil kijken.
Sommige fotoseries behoeven niet veel uitleg of toelichting, vind ik. Je moet er gewoon naar kijken. De serie Fictions van Dujardin is daarvan een voorbeeld. Dujardin heeft gebouwen bij elkaar gefantaseerd en deze omgezet naar een schijnbare werkelijkheid. De foto’s zijn levensecht; de lichtval klopt, het materiaal is echt en dus lijken de bouwwerken echt te bestaan. Totdat je je realiseert dat het gebouw totaal niet functioneel is en hier werkelijk niemand opdracht voor kan hebben gegeven.
In de meeste van zijn foto’s vind je ook nog een verdwaalde mens, die beelden vind ik sterkst. De wat troosteloze man hierboven staat op het punt om het gevaarte binnen te treden. Wat helemaal niet kán, en dat maakt die man nog troostelozer.
Beklemmend
Dit laatste bouwwerk voelt voor mij beklemmend. Het doet me denken aan de Amsterdamse Zuidas. De torens heersen daar over de mensen; ze eten ze iedere ochtend op en spugen ze einde werkdag weer uit.
Ooit was ik ook onderdeel van deze stroom makke schapen; tijdens mijn studie had ik een bijbaantje in zo’n advocatenmolog. In dat megalomane gebouw voelde ik me nietig. Ik was onderdeel van een grotere machinerie, slechts een klein pulletje in een onoverzichtelijk bouwwerk. Ik wist niet wat ik wilde worden maar wat ik wel wist: nooit wilde ik nog in een toren werken waarbij de mens in het niet viel.
En daar heb ik me aan gehouden – gelukkig.