Een conceptuele vraag: is een foto een plaatje van een object, of is het een plaatje van de lichtval op een object (of persoon, of situatie)? Dat laatste, wat mij betreft. Ik geef je een korte handleiding in 3 stappen (met verse voorbeeldfoto’s uit Colombia).
Fotograferen is schrijven met licht – zonder licht geen foto. Momenteel ben ik op vakantie in Colombia, alwaar het licht een feest is. De kleuren zijn in sommige gebieden hyperverzadigd; alsof iemand het “saturation”-schuifje in Lightroom iets te enthousiast heeft gebruikt – zie de (onbewerkte) foto boven dit artikel.
Lessen over licht
Ik heb inmiddels heel wat fotocursussen en workshops gevolgd. Daar heb ik ongetwijfeld veel van opgestoken, maar het meeste daarvan behoort nu tot mijn latente kennis – ik kan het niet meer terughalen. Behalve de lessen over licht, want die leerden mij anders kijken naar de wereld. Ineens herkende ik ‘boterzacht’ licht (geen schaduwen) en ‘hard licht’ (contrastrijke schaduwen). En alles wat daar tussenin zit.
Die focus op het licht leerde mij dat de hoe belangrijker is dan de wat bij het maken van een foto.
Mooi licht
Ik ging met andere ogen naar de wereld kijken, en dat doe ik nog steeds. Zo murmel ik steevast ‘mooi licht’ in het uur voor zonsondergang. Alles krijgt een diepgouden gloed – als je geluk hebt en de zon niet achter de wolken zit (wat trouwens ook weer mooi licht kan opleveren).
En dankzij een opdracht waarbij ik ‘s ochtends in een natuurgebied urenlang de zonsopgang moest fotograferen, weet ik nu dat het licht werkelijk iedere paar minuten significant verandert.
Maar wat doe ik met die kennis nu ik in Colombia ben?
Hierbij een handleiding in 3 stappen:
1. Zoek mooi licht en kies daarna je onderwerp
Het licht in je foto zorgt voor de sfeer, de mate van structuur in de objecten, de kleur en waar je aandacht naartoe wordt getrokken. In de foto hieronder (gemaakt in Valle de Cocora) zorgt het licht ervoor dat je de vele plooiingen in het landschap bijzonder goed ziet. Dat maakt de foto (samen met die bizarre palmbomen) interessant om naar te kijken.
2. Bepaal waar het licht vandaan komt
Wil je harde schaduwen, fotografeer dan tegen de zon in. Wil je warmer licht, fotografeer dan met de zon mee. Ik schreef hier al eerder uitgebreid in een artikel over dat de zon altijd de baas is.
In onderstaande foto kwam het (summiere) licht van boven en viel recht op de rug van een paard. Dat paard had ik anders nooit gefotografeerd, maar door de lichtval, vond ik het ineens wel de moeite waard.
3. Wacht tot het licht verandert
Alle licht is tijdelijk. En dus kan het zomaar zijn dat het licht nog beter wordt. Het loont de moeite om dus even rond te blijven hangen en te zien wat er gebeurt. De foto hieronder maakte ik 2 uur na de foto bovenaan dit artikel. Mijn vriend en ik hadden ons toegelegd op een hike waarin we 600 meter moesten stijgen. En dus belandden we pardoes in de wolken. Veel was er niet te zien, behalve de contouren van 60 meter hoge palmbomen en mijn vriend, ernaast. Wachtend op mij, tot ik eindelijk zou doorlopen.
De sfeer in de foto is – vind ik – precies goed. Een beetje unheimisch en onaards.
Nog meer oefenen
Die zonsopgangoefening waar ik hierboven over schreef, is trouwens een aanrader. Je moet er even vroeg voor uit je bed, maar daarna ben je echt doordrongen van de impact van licht op je foto. Richt je sec op het licht en ga niet eindeloos lopen zeulen met je camera, op zoek naar de beste plek. Blijf gewoon lekker staan en zie wat er gebeurt. Bepaal tussentijds welke instellingen je nodig hebt om jouw gewenste resultaat te bereiken (en verbaas je erover hoe vaak je die instellingen moet aanpassen als gevolg van de veranderingen in het licht).
Dan ga ik ondertussen het licht in Colombia verder onderzoeken 🙂