Er kronkelt al dagenlang een vraagstuk in mijn hoofd. Over het ontstaan van fotografie – mijn eigen fotografie welteverstaan. Begin ik met een idee dat ik ga fotograferen, of tellen mijn foto’s op tot een verhaal achteraf? Ben ik een kiekjesmaker of een fotoregisseur? Hierbij mijn filosofische overpeinzingen en 3 vragen die je jezelf kunt stellen.
1. Wat plan jij vóórdat je gaat fotograferen?
Ga eens na wat jij doet vóórdat je gaat fotograferen. Welke keuzes maak je?
Aan het ene uiterste van het spectrum staat de persoon die af en toe zijn camera pakt omdat hij iets ziet dat de moeite waard is om te fotograferen. Laten we hem de kiekjesmaker noemen (niks mis met kiekjes maken, trouwens).
Helemaal aan de andere kant staat de fotoregisseur. Hij (of zij) heeft enscèneert álles: het onderwerp, de locatie, het licht, het moment. Een mooi voorbeeld daarvan is Gregory Crewdson.
Nou zit er natuurlijk een hoop tussen de kiekjesmaker en de fotoregisseur. Zo kiezen sommige straatfotografen bewust een locatie om te fotograferen maar laten ze de rest aan het toeval over (zoals Alex Webb). Terwijl documentairefotografen de locatie, maar ook hun onderwerp vantevoren bepalen.
Ik bepaal meestal niet bijzonder veel voordat ik ga fotograferen. De laatste jaren zat ik namelijk vooral in de hoek van straatfotografie. Van Alex Webb leerde ik om intuïtief te fotograferen. Maar het verveelt me nu een beetje. Want hoe tellen al die aardige foto’s bij elkaar op? Ze vertellen samen – vind ik – niet echt een verhaal. Wel laten ze mijn fotografische stijl zien.
2. Wil je mooie plaatjes of een verhaal?
Ooit was mijn doel met fotografie dus om mooie plaatjes te maken, maar nu ben ik verschoven naar de verhalenkant. Fotografie is niet langer mijn doel, maar een middel om een verhaal te vertellen. Denk ik. Want wat dat verhaal precies is, weet ik nog niet helemaal. En dus peins ik me suf over een startpunt. Moet er eerst een mooi projectidee liggen alvorens ik start met fotograferen, of moet ik tóch maar beginnen en dan gaandeweg kijken welk verhaal zich openbaart en daarop doorgaan?
Ik denk het laatste, maar ik doe het eerste: het is immers verleidelijk om gewoon te wachten op een goddelijke ingeving en daarmee het startpunt lekker uit te stellen…
3. Met welke foto’s wil je verder?
Een handig startpunt voor een meer verhalend fotoproject, is kijken naar wat je al hebt gefotografeerd. Wat trekt van nature je aandacht? En hoe kun je dat uitbreiden? Een voorbeeld. De foto boven dit artikel maakte ik in Palomino, Colombia. Dit beeld valt helemaal links op het spectrum; ik was op dat moment een kiekjesmaker. Ik was al op het strand, zag het sterke lichtcontrast en pakte mijn camera. Ik had niks voorbereid.
Neem nu de beelden van Bruno van den Elshout uit zijn project New Horizons:
Ook hier zien we een horizon en de zee. Maar het verschil met mijn foto is dat Van den Elshout begon met een idee. Namelijk dat de horizon een saai onderwerp lijkt – wat valt daar nou aan te zien? Hij borduurde voort op dat idee.
Negenduizend keer de horizon
Want één keer een horizon is inderdaad saai. Maar Van den Elshout fotografeerde de horizon ruim 9.000 keer in één jaar. Alle foto’s zijn vanaf hetzelfde punt in Den Haag gemaakt door een camera die op het dak van een hotel stond. Vijf minuten over het hele uur maakte de camera een foto. Het is ongelofelijk hoeveel kleurschakeringen je dan ineens ziet als je al die foto’s bij elkaar ziet. De serie werd een boek. Dat boek kost nu 220 euro.
Mijn conclusie: start met íets en borduur daarop voort. Begin!