Tip 58: Gebruik je tijd op het vliegveld om te fotograferen

De kans is groot dat jij je camera pas uit de tas als pakt als je op je vakantiebestemming bent gearriveerd. Dán pas kijk je met een open blik naar je nieuwe tijdelijke habitat. En dat terwijl je op de luchthaven twee uur lang de tijd zat weg te wachten. Daarom: gebruik je tijd op het vliegveld om te fotograferen. Heb je meteen wat te doen, én je leert anders kijken.

Ongeschreven regels

Zonder dat je het weet doe je mee aan allerhande ongeschreven fotografieregels. Een vliegveld is oninteressant, daar fotografeer je niet. Hoogstens maak je een selfie om met je vrienden te delen dat je op reis gaat – dat mag dan weer wel. Op je vakantiebestemming fotografeer je vervolgens het zwembad, de exotische maaltijden, de cocktails, de zonsondergang, de pittoreske straatjes en die leuke oude mannetjes die zo gezellig samen op een pleintje zitten.

Niks mis mee, maar de kans is groot dat je daardoor een hoop interessants niet fotografeert. Omdat het niet in ons gedeelde vakantieframe thuishoort. Dat frame is gevuld door tienduizenden foto’s op Instagram, door foto’s uit fotoboeken van vrienden en familie, door series op televisie, door advertenties en ga zo maar door.

De luchthaven in Girona

Onlangs zat ik me een end weg te vervelen op de luchthaven van Girona in Spanje (dat deed ik ookal op Schiphol, maar toen had ik nog niet bedacht dat ik ook kon gaan fotograferen).

Om 19:00 ‘s avonds was nagenoeg alle horeca gesloten op de luchthaven, wat de verveling verergerde. Ik en mijn vriend zaten te wachten en keken in de verte. Mijn camera lag op de tafel voor me. Ineens vroeg ik me af of hier wat te fotograferen viel. En zoniet, of ik dan tóch wat kon verzinnen.

Dus ik stond op, en zette mijn blik aan. Wat ik zag was een hoop leegte en één persoontje:

Typisch, want daar word ik van nature door aangetrokken (wil je weten waar jouw fotovoorkeuren liggen? Lees dan dit artikel). Ik bleef dus een tijd rondhangen op deze plek, wachtend op iets waarvan ik nog niet wist wat het was. En soms komt er ook niks. Maar nu wel.

Want ineens veranderde alles. Het licht, de mensen, de sfeer. En toen zag ik dit:

BAM! Dat zijn situaties waarvan de adrenaline door mijn lijf stroomt. Iemand anders moet ervoor uit een vliegtuig springen, ik heb al genoeg aan een mini-scène op een luchthaven. Ik bleef fotograferen op enige afstand, op mijn hurken. Het leek niemand te deren.

Ik fotografeerde erop los, en maakte per ongeluk een onscherpe foto. En zo kwam ik erachter dat de onscherpte in deze situatie niet bijzonder storend is. Het versterkt – vind ik – zelfs de wat dromerige sfeer:

Misschien wel het meest krachtige beeld vind ik die van het jongetje hieronder: met z’n kleine handjes leunt hij tegen het raam dat – zo zien we door de lichtval – al door talloze kleine en grote handen is aangeraakt.

Bij thuiskomst speelde ik wat met de formaten, iets waar ik nog steeds niet over uit ben trouwens. In de serie hieronder koos ik voor een vierkant formaat.

   

Print je foto’s

De volgende stap: alle foto’s hangen nu bij mij thuis aan een metalen plaat. Daar doorstaan ze de tijdtest: wat vind ik van deze foto’s over 6 weken? Af en toe verschuif ik wat, maak ik andere combinaties. Of wellicht besluit ik dat er maar één beeld echt sterk is. Of geen.

Hoe dan ook: zonder prints van je foto’s is het lastig oordelen. Printen dus, en ophangen die handel. Laat je foto’s leven (en pak je camera erbij op Schiphol)!

P.S. Als je eenmaal in het vliegtuig zit, kun je trouwens ook gewoon fotograferen. Kijk maar eens naar de inventieve fotoserie van Nina Katchadourian.