Parijs is meestentijds de stad van de liefde, maar dit weekend was ze voor mij de stad van de fotografie. In het Grand Palais toonden meer dan 180 fotogalerieën hun duurste waar aan liefhebbers en serieuze verzamelaars. Hierbij mijn indruk van dit jaar. Wat viel (mij) op?
Wat is er eigenlijk te zien?
Voor wie geen flauw idee heeft waar dit over gaat: Paris Photo is een megalomane fotografiebeurs voor mensen met een grote portemonnee. Een soort TEFAF voor de fotografie. Voor 35 euro heb je een dagkaart. Maar ik beschouw het als een toegangskaartje voor een museum waar je een goede indruk krijgt van de stand van de fotografie.
Doch met één kanttekening:
Dit is hoe fotografie ervoor staat in verzamelaarsland. Wat veel waard is, hangt hier. Maar dan hoeft het natuurlijk niet per sé goed te zijn.
Naast die foto’s zijn er talloze signeersessies en met een beetje geluk – en dat had ik – zie je Erwin Olaf, Martin Parr en Joel Meyerowitz er in het wild rond lopen.
Hoe “vintage” fotografie mee gaat met de tijd
Ik zag veel vintage foto’s op Paris Photo. De definitie van vintage loopt uiteen, maar meestal komt het neer op dat de foto tenminste 30 oud is en is afgedrukt vlak na het moment dat de foto is genomen. Met die eisen werk je natuurlijk schaarste in de hand.
Vintage fotografie is gebonden aan de tijd waarin de foto is genomen, zou je zeggen. Echter, diverse galerieën speelden toch zeer gewiekst in op de actualiteit:
Kortom, even de archieven omkieperen, alle Notre Dame plaatjes verzamelen et voilá, een waardestijging van heb ik jou daar als gevolg van de recente brand.
The Migrant Mother
Ook vintage – maar dan anders – was het langwerpige werk van The Migrant Mother van Dorothea Lange hieronder. De meest rechtse foto is iconisch geworden, maar nu zie je ook hoe de fotografe langzaamaan steeds naderbij kwam. De foto’s mét context zijn lang niet zo sprekend. Een mooi voorbeeld hoe de fotografe hier speelt met de waarheid. Lees het hele verhaal over de foto van The Migrant Mother hier.
Een foto zonder drager
Ik werd volstrekt verrast, door de voor mij onbekende fotograaf Jiang Pengyi. Hij (of zij..?) liet me op een andere manier kijken naar fotografie zelf.
Ik vergeet meestal dat fotografie altijd een drager nodig heeft: iets om je foto op af te drukken. Meestal is dat fotopapier, maar soms ook een steen of een stuk hout. Wanneer een analoge foto geen drager heeft, blijf je zitten met een flinterdun filmlaagje.
En dat ziet er dan zo uit:
Ineens is het beeld een kwetsbaar vodje, hangend aan een spijker. Wel een 18 karaats gouden spijkers overigens, het moet toch een beetje interessant blijven voor de verzamelaar 🙂
Photoshop, of toch niet?
En dan het werk van Georges Rousse, wat zó herkenbaar is als je er eenmaal een paar van hebt gezien:
Waar je naar kijkt? Eérst zelf eens goed kijken. En dan pas doorklikken naar dit artikel dat ik een tijd terug over zijn werk schreef. Niks geen Photoshop in ieder geval.
Een aardige andere trucage is het werk van Christiane Feser:
Het werk is driedimensionaal dankzij flink wat vouwwerk. Hij grossiert in dit soort beelden, getuige zijn website.
Tot slot hing er ook een flink aantal werken van Edward Burtynsky. Onderstaande foto vond ik de meest geslaagde:
Naast Paris Photo bezocht ik ook FotoFever. Daar hing wat meer betaalbaar werk. Hóe betaalbaar lees je in mijn artikel daarover (inclusief de prijzen).
Volgend jaar (voorlopig) de laatste keer…
Wil je ook naar Paris Photo? Dan kun je volgend jaar nog naar het Grand Palais. Twee maanden later sluit het paleis haar deuren voor een grootscheepse renovatie. Pas in 2023 kan Paris Photo weer neerdalen aldaar. In de tussentijd is er wel een Paris Photo, maar het is nog onduidelijk wáár…