Als je een foto maakt, maak je een vertaling van een driedimensionale naar een tweedimensionale wereld. Want in een foto valt de ruimte tussen objecten weg, waardoor dingen overlappen. Soms heb je daar last van (bijvoorbeeld wanneer een lantaarnpaal uit iemands’ hoofd lijkt te groeien), maar je kunt er ook je voordeel mee doen, zoals Jonathan Higbee deed in zijn fotoserie Coincidences.
Onbedoeld grappig
Veel straatfotografen zijn net jagers: op zoek naar het moment waarin alles perfect samenvalt. Als je het mist, komt het nooit meer precies zo terug. Maar lukt het, dan kom je trots thuis met je trofeeën: foto’s waarop iets gebeurt dat een verhaal vertelt. Of iets dat – geheel onbedoeld – grappig is.
Onderstaande foto’s zijn de trofeeën van Jonathan Higbee: het zijn foto’s die hij nam in en om New York, na urenlang wandelen, zoeken, kijken en vooral voorspellen wat er mogelijk staat te gebeuren.
Een andere straatfotograaf
Deze foto’s doen me in de verte denken aan het werk van Alex Webb. Zijn foto’s lijken wel compositorische puzzels die je als kijker dient op te lossen. Hij gaat nog een stap verder dan Higbee omdat zijn foto’s nóg meer lagen bevatten. Voor wie zelf wil kijken, hier schrijf ik over zijn manier van werken.
En tot slot nog één stap verder: je hebt ook foto’s die gewoon weer driedimensionaal worden. Die zag ik een tijdje terug in de Kunsthal. Heel maf.
NB: Ere wie ere toekomt: mijn broertje tipte mij over Jonathan Higbee 🙂