Ik word blij van een typisch Nederlandse wolkenlucht. Omdat dan in 10 minuten een heel scala aan verschillende belichtingen voorbij trekt. Dat scheelt je zo een keer of drie terugkomen naar dezelfde locatie. Hieronder vind je 4 foto’s die ik maakte op zo’n dag. Bij allemaal valt het licht nét iets anders. Dit is derhalve een ‘zoek de verschillen’ blogje over die foto’s.
De stratocumulus
Voor wie het nog niet was opgevallen: ik heb een zwak voor wolken. Ik herken derhalve best wat verschillende wolkensoorten (waaronder deze maffe rolwolk).
Dit artikel is een lofzang op de stratocumulus: het kleine, onschuldige schapenwolkje dat op maximaal 2,5 kilometer boven ons hangt. Als je je arm strekt en je vuist balt, dan is de wolk ongeveer even groot als je vuist. Zo herken je hem dus.
Tot zover de wolkenles. Want het gaat mij erom wat zo’n wolkendek voor effect heeft als je fotografeert. Bij een lucht vol stratocumuli is het net alsof je je in een studio bevindt waar iemand ongevraagd continu de lampen verplaatst. Je moet dus kunnen anticiperen én wachten totdat de lampen voor jou goed staan.
Het licht fotograferen
Waar je ook bent, je fotografeert altijd indirect het onderwerp dat je denkt te fotograferen. Want eigenlijk maak je een foto van het aanwezige licht dat op je onderwerp valt. Dat licht moet passen bij hetgeen jij wil vertellen, of bij de sfeer je die wilt overbrengen.
Hieronder zie je vier bijna identitieke foto’s die ik onlangs maakte. Ik heb de foto’s niet nabewerkt, dus je ziet hetzelfde als wat ik zag toen ik de foto’s op mijn laptop zette.
Op de eerste foto zie je het resultaat van een wolkje voor de zon: het licht is gelijkmatig en laat bijna geen schaduwen na. Maar ze zijn er wel, als je goed kijkt.
Vervolgens dreef het wolkje weg en belandde alles pardoes in de zon. De schaduwen zijn nu scherp en het licht is ineens warmer. Nu zijn de tegels zandkleurig en niet zo grauw als in de foto hierboven.
Tot slot hebben de bomen in de achtergrond verschillende groentinten, iets wat op de eerste foto niet het geval was.
En dan de leukste eigenschap van zo’n stratocumuluswolkje: spotlight spelen. In de foto hieronder staat de spotlight op de paarden. Het gras en alles daarachter valt in de schaduw. Deze foto is daarmee een combinatie van de twee foto’s hierboven.
En tot slot nog zo’n spotlightfoto, maar dan eentje waarin het wolkje een duidelijke rand achterlaat in het landschap eronder:
Mijn nabewerkte versie
De laatste foto vond ik het beste passen bij wat ik zocht: een surreëel beeld met de focus op de eenzaamheid van het lichtbruine paard. Dus ben ik dat beeld gaan nabewerken.
De aanwezige schaduw in de achtergrond heb ik versterkt, zodat je blik echt blijft hangen op het peinzende paard. Ook heb ik de grauwheid van de tegels aangezet. En oh ja, ik heb de lantaarnpalen rechtgezet, want ik heb een hekel aan scheve lijnen.
Nog een belicht paard
Grappig, ik herinner me pas net weer dat ik eerder schreef over hoe het licht je foto beïnvloedt. Daarvoor gebruikte ik onderstaande foto, ook al van een paard, eentje in Colombia. En ik ben niet eens een paardenmeisje – verre van dat.
In dat artikel maakte ik een concreet stappenplan om aan de slag te gaan met licht in jouw foto’s. Je vindt dat stappenplan hier.