Fotograferen hoort bij vakantie. Maar het is – in mijn geval – een ánder soort fotografie. Kiekjes, landschappen en selfies van mij en mijn vriend. Vroeger had ik een oordeel over dat soort foto’s, nu niet meer. Grappig, want nu ik het gewenste resultaat heb los gelaten, vallen mijn kiekjes ineens alleszins mee.
Ik ben nog steeds op vakantie, maar dan in het relaxte deel waarin ik gewoon achter mijn laptop kan zitten (enkel voor dit blog, daarna klap ik ‘m weer dicht hoor). Het eerste deel van de vakantie fietsten ik en mijn vriend door de regio Veneto in Italië. Die fietsvakantie was een ingeving als gevolg van corona, want het oorspronkelijke plan bevond zich ver buiten Europa. Echter, 13 uur in een vliegtuig zitten naar een oranje land, dat lag niet meer binnen de mogelijkheden.
Het bleek niet erg, want nu weten we ineens hoe leuk het is om per fiets een land te ontdekken.
Tijdens dat fietsen zat mijn camera in de fietstas. Die mocht eruit tijdens de talloze pauzes bij koffie- en ijsbarretjes. Derhalve heb ik veel foto’s van barretjes en ijsjes en rode, bezwete gezichten (vooral die van mij). Slechts een enkele keer stopten we om een foto van het landschap te maken.
We fietsten dwars door het Prosecco-gebied, wat resulteerde in onderstaande foto. Die kan zo in een folder van een wijnhuis.
Then again: het was alsof we uberhaupt door een folder fietsten, dus kan ik het helpen.
Het was niet veel anders in de bergen onder Bologna. Daar fietsten we trouwens niet, wel hebben we er ontstellend veel gegeten.
En in Riva del Garda (noordkant van het Gardameer) was het óók al mooi.
Derhalve is dit een blogpost die perfect past bij de plaatjes: mooie beelden, verder weinig diepgang.
Hoeft ook niet tijdens de vakantie.
Tot volgende week! Met wellicht meer diepgang, maar ik beloof niks.