Iets waar ik steeds vaker over nadenk: hoe zet ik mijn camera in? Gebruik ik ‘m als excuus om een nieuwe wereld te onderzoeken, of juist als vergrootglas om mijn directe omgeving onder de loep te nemen. Zo’n tegenstelling dwingt je om je eigen werk in een ander licht te zien. En om misschien eens iets anders te doen dan je altijd doet. Leuk om eens te overpeinzen 🙂
Ik ben een beschouwer
Allereerst: fotograferen is beschouwende bezigheid; je zet letterlijk iets tussen jou en de wereld in. Dat beschouwen past mij als een fijne jas. Vroeger, toen we nog feestjes hadden met veel mensen en ik genoeg had van al het geklets, pakte ik mijn camera. De sociale pauze vond ik minstens zo belangrijk als het vastleggen van momenten die zich nooit meer herhalen.
Nog zoiets dat mijn beschouwerschap bevestigt: vanaf mijn 11e schrijf ik in een dagboek, ook een medium waarin je de tijd bij z’n kladden kunt vatten. Ik doe het uit dubbele nood; bang om momenten te vergeten én de behoefte om het gebeurde in een logisch verhaal te kneden.
Dat (schijnbaar) logische verhaal vertel ik ook graag met foto’s. Ik geloof dat je – binnen de autonome fotografie – alle foto’s kunt opdelen in twee soorten. Anders gezegd: twee manieren om je camera als excuus te gebruiken.
De camera als paspoort
Met je camera kun je niet alleen fotograferen, je kunt het ook gebruiken als paspoort voor een wereld die voor anderen gesloten blijft. Twee voorbeelden:
Yann Mingard fotografeerde atoombunkers die zijn volgestouwd met zaden, cultureel erfgoed. Voor het geval er een atoomoorlog uitbreekt.
Murray Ballard verdiepte zich in cryonics; mensen die zo’n 200.000 dollar betalen om zich – na hun overlijden – in te laten vriezen. Uiteraard in de hoop dat in de toekomst men in staat is om ze op correcte wijze te ontdooien.
In deze gevallen geeft de camera je de officiële rol als fotograaf waarin je toe mag treden tot een wereld die niet de jouwe is. Daarvoor moet je dan wel contact zoeken, vertrouwen winnen en je aan de richtlijnen houden. Trouwens niet als je aan Urban Exploring doet. Dan gebruik je je camera als illegaal paspoort voor een plek waar je niet mag zijn.
De camera als vergrootglas
En dan het andere excuus. Daarin is je camera een vergrootglas dat je richt op jezelf of op onderwerpen in je directe omgeving. Omdat je iets wil onderzoeken (bijvoorbeeld jezelf), of juist iets uitvergroten (bijvoorbeeld tranen), of een fenomeen wil blootleggen waar anderen aan voorbij gaan (zoals scheve paaltjes).
In dat geval heb je genoeg aan de mogelijkheden in je directe omgeving en hoeft niet in de pen te klimmen om een foto te maken.
Hoe gebruik ik mijn camera?
Ik neig meestal naar de camera als vergrootglas; ik fotografeer stedelijk landschap en heb daarvoor geen toestemming nodig. Maar soms maak ik een uitstapje naar een andere wereld. Zo liep ik bijvoorbeeld ooit eens een dagje mee met een schaapsherder.
En toch…
Ik denk er de laatste tijd steeds vaker over om mijn camera in te zetten als paspoort. Er zijn namelijk legio onderwerpen binnen de stedenbouw waar ik meer over wil weten. Dus hierbij mijn uitdaging: de komende maanden de paspoortfunctie op mijn camera aanzetten.
Leuk om eens bij jezelf na te gaan hoe je je camera gebruikt, en of je zin hebt om eens over te stappen naar een ander excuus 🙂