Je foto’s hebben recht op ruimte. Maar hoe pak je die als het Fotomuseum jouw naam niet kent? Als fotobladen jouw werk niet publiceren? Gewoon door eens wat langer na te denken wat je verder nog met je beelden kunt doen. En waar ze goed kunnen passen.
De curator bepaalt
Begin juli was ik op een fotografiefestival in Arles (het verslag daarvan lees je hier). Het stikte er van de officiële exposities, lang niet allemaal even goed. Het zijn de curatoren die de selectie maken op basis van smaak, de tijdgeest en de diversiteit binnen het festival.
Kortom; er vallen een hoop goede fotografen af. Je kunt dan met de staart tussen de benen afdruipen, of je verzint iets anders. Wat nu als je je foto’s ophangt in de straten van Arles? Dat zijn plekken waar een constante stroom fotografieliefhebbers doorheen wandelt. Zo heb je alsnog je publiek te pakken dat je zo graag wilde bereiken met een officiële expositie in Arles.
Dit is dus precies wat talloze fotografen hebben gedaan. Foto opplakken, tekstje en QR-code erbij en voilá. Je hangt gewoon in Arles.
Waar kun jij een foto plakken?
Nu hoef je heus niet naar Arles te reizen om aldaar je foto’s met behanglijm tegen de straatmuren te plakken. Wat je je wel af kunt vragen is of jij ook bezig bent met het tonen van je foto’s. Niet alleen op Instagram, maar in het echt (eerder schreef ik over je voor- en achtertuin onderhouden). Om je op weg te helpen hier alvast twee haakjes.
Stap één is natuurlijk dat je je foto’s fysiek maakt. Oftewel, ze moeten geprint. Dat kun je laten doen, maar dan doe je het nooit (of veel te weinig). Dus koop een printer. De leercurve na de aanschaf van mijn printer steeg door het plafond.
Hang een metalen plaat aan de muur en exposeer daarop je werk. Al je bezoek is meteen je publiek. Of het nu leuk vindt of niet 🙂