Mijn benodigdheden voor een fotoproject: een stedelijke omgeving, bewolkt weer en een goed idee. Het boodschappenlijstje van David Popa ziet er iets anders uit: drijvende ijsschotsen, een duikpak, wat houtskool en een drone.
En er is nog een verschil; ik kan gemakkelijk terugkeren naar het onderwerp van mijn project. Maar Popa moet de klus binnen 3 tot 5 uur klaren: dan zijn de ijsschotsen te ver uit elkaar gedreven. Ondertussen is hij druk in de weer met zijn drone; het is de enige manier om te zien of zijn project naar wens verloopt.
Resultaat onbekend
Als hij eenmaal op een schots staat, gaat David Popa aan de slag met houtskool. Daarmee maakt hij een gezicht dat langzaam in stukken breekt. Waar de breuklijnen komen is onduidelijk. Ondertussen zakt het houtskool langzaam weg in het ijs. De tijdelijkheid van zijn kunstwerken is eigenlijk het kunstwerk zelf. Alles verandert en verdwijnt, maar je weet nooit precies hoe en wanneer.
Zelf kijken
De losse beelden van Popa vind ik soms een beetje kitscherig, dat komt denk ik door de stijl waarin hij de vrouwelijke gezichten maakt. Een beetje te gepolijst. Maar die kritiek verdween direct toen ik onderstaand filmpje zag. Het uiteindelijke kunstwerk – de foto – is voor mij ondergeschikt. Het gaat over het maakproces, en dat is een ode aan de vergankelijkheid; zijn werkgebied verandert continu. En zijn canvas scheurt gewoon in stukken terwijl hij nog bezig is. Het helpt me realiseren dat alles – echt alles – verdwijnt. Dus kunnen we er in de tussentijd beter maar iets moois van maken.
Nu is het enige dat je hebt.
Of kijk de mini-documentaire
Voor wie er liever eens echt goed voor gaat zitten: de documentaire over de werkwijze van Popa is het kijken waard.
Een vergelijkbaar grotesk project vind je bij Ian Ruther. Hij bouwde een bestelbus om tot megacamera en doet lekker alsof ie in 1850 leeft (qua fototechnieken).