Het begon met een simpel idee voor dit artikel, namelijk schrijven over mislukte voedselfotografie. Maar wat er gebeurde: ik donderde in een rabbit hole waarin ik dertien Allerhandes uit 1987 integraal heb zitten doorbladeren.
Soms schrijft een artikel zichzelf, dan ben ik lekker snel klaar op zondag. Maar soms beland ik in een zoektocht die zijn weerga niet kent. Onderweg raak ik dieper en dieper verstrikt in steeds nieuwe vragen waar ik een antwoord op wil. En dus raakt het doel van mijn zoektocht uit zicht. En vergeet ik te schrijven.
Enfin, omdat ik nu onder tijdsdruk tóch iets moet produceren, neem ik je gewoon mee in de route van mijn rabbit hole, want een coherent verhaal zit er nu echt meer in. Nood breekt wet.
Hoe het begon
De val startte met een linkje in de nieuwsbrief De Circulaire. Dat linkje verwees naar een website vol voorbeelden van receptfoto’s uit de jaren ’70 waar ik kokhalsneigingen van krijg. Zoals deze:
Dat leek me een leuk onderwerp voor dit blog. Maar al rondklikkend op die website leek het me ineens onterecht dat de fotografie de schuld kreeg van die vieze foto’s.
Want wat er was gefotografeerd, dat was in zichzelf al goor. Misschien is onze smaak de afgelopen decennia ook veranderd. Met die vraag startte een nieuwe rabbit hole.
En zo belandde ik op de een website over voedselgeschiedenis. Daar stond een heel stuk over de opkomst van gemaksvoedsel, waarbij het dessert Trixy werd aangehaald. Trixy is een soort doorzichtige drilpudding met een chemisch smaakje:
Dat van dat chemische smaakje dat weet ik omdat het mijn lievelingsdessert was. Begin jaren ’90 maakte ik dit zelf. Zo’n 2 liter drilpudding in een saladekom. En dat at ik dan in één avond op, want de rest van mijn familie vond dit toen al smerig.
Objectief gezien is Trixy echt heel goor, maar ik vond (en vind…) het lekker. Doch niet in combinatie met slagroom en citroenkwarten. Maar wie is nou de schuldige van de kokhalsneiging die ik krijg bij de foto hierboven?
Is dat het gerecht zelf, is het de aankleding van het gerecht of is het de manier van fotograferen?
En voor het beantwoorden van díe vraag kwam ik uit bij de Allerhande. Want die gaat jaren terug, en geeft dus een mooi beeld van voedselfotografie door de jaren heen.
Het bleek een goudmijn, want alle jaargangen staan online.
Tsja, en als ik dan eenmaal begin met bladeren, kan ik niet meer stoppen. Want in 1986 waren schijfjes kiwi gecombineerd met sinaasappelschijfjes een heus recept.
En wat te denken van Rijstrand met eierragout?
Enfin, na 13 Allerhandes doorbladeren, is mijn conclusie duidelijk: vroeger vonden we dus gore dingen lekker. En vieze dingen zijn gewoon moeilijk ‘lekker’ te fotograferen.
Neem nou hamburger spaghetti:
Daarbij komt dat de foto’s vroeger een sterke gele ondertoon hadden. Dit kwam door het beperkte dynamische bereik van film, waar je hier meer over kunt lezen. Dat gelige, dat oogt nu onsmakelijk. Onze beeldtaal- en kleur is veranderd.
Na het bekijken van al die Allerhandes, herinnerde ik me de smerigste voedselfoto die ik zelf ooit heb gemaakt. Dus spendeerde ik nog een goed kwartier aan het opzoeken van die foto. Met succes.
Medio 2017 bestelde ik in het Duitse stadje Kassel een tosti ham-kaas. Wat ik vervolgens kreeg was dit:
Geen idee wat die slagroom en jam ernaast deed. En waarom het doorweekte brood was verborgen onder een rubberachtig iets wat door moest gaan voor kaas. Ik heb er geen hap van genomen, maar de herinnering blijft onuitwisbaar.
Tot zover mijn rabbit hole, en het daaruit voortvloeiende artikel. Helaas zonder enig educatief element, want daar had ik dus geen tijd meer voor.
Iets anders over voedselfotografie en ook goor: stillevens van verrotte maaltijden.