Sommige wandelingen heb ik al honderden keren gemaakt. Zoals die naar de supermarkt. Of de wandeling vanuit huis naar het Westduinpark in Den Haag. Er zijn geen sporen van al dat gewandel, behalve dan in mijn geheugen. Richard Long weet zoiets wel visueel te maken.
In 1972 besloot Long om in een rechte lijn heen en weer te lopen, zomaar ergens in Peru. Dat deed hij net zolang totdat er een zeer zichtbaar wandelspoor ontstond. Het resultaat zie je in de foto hierboven. Zijn kunstwerk fascineert me, omdat ik er twee boodschappen uithaal die voor mij belangrijk zijn.
Dat doet goede kunst trouwens wel vaker; je dingen laten beseffen of zien die je latent al weet. Of beter geformuleerd:
We don’t see things as they are, we see them as we are.
Enfin, hier zijn ze, die twee boodschappen:
1. Kunst ligt op straat (maar je moet het wel zien)
Deze wandeling van Richard Long gaat over iets doodgewoons – wandelen – maar de manier van in beeld brengen nodigt uit tot overpeinzen (bij mij althans). Je kunt alles tot kunst verheffen, zolang er maar een idee achter zit.
Peter Funch gebruikt ook zich steeds herhalende wandelingen als uitgangspunt voor zijn werk. Hij fotografeerde jarenlang voorbijgangers op de hoek van 42nd Street in New York. Telkens op hetzelfde tijdstip: tussen 8:30 en 9:30 in de ochtend.
Het was vooraf niet zijn bedoeling, maar wat bleek: tijdens het editen zag hij telkens dezelfde mensen terug in zijn foto’s. Mensen die precies op dat tijdstip naar hun werk liepen.
Hij maakte er een boek vol tweeluiken van:
2. Kunst is doen
En dan de tweede boodschap die ik destilleer uit het kunstwerk van Long: ik mijmer over waar de kunst van Long nu precies in zit: is het de foto, of het eindeloos heen en weer wandelen van Long?
Het is – denk ik – het concept dat de kunst is.
Dat maakt dus dat de foto meer is dan enkel een foto, het is een idee. En dat leidt bij mij tot leuke vragen: Hoe vaak moest hij heen en weer wandelen? Hoe ver reikt die lijn eigenlijk? Ik zie niks in het beeld op basis waarvan ik de schaal kan inschatten. Is dat bewust? En waar liggen mijn denkbeeldige wandellijnen eigenlijk?
Enzovoorts.
Tot slot nog een mooie overpeinzing van Richard Long zelf, die erkent dat zijn kunst (zowel rechte lijnen als cirkels) lang niet altijd zal worden opgemerkt door voorbijgangers. En dat hoeft ook niet:
“One thing I like about my work is all the different ways it can be in the world. A local could walk by and not notice it, or notice it and not know anything about me. Or someone could come upon a circle and know it was a circle of mine. I really like the notion of the visibility or invisibility of the work as well as the permanence and transience.”